In de trein
Met de allerliefste in een trein
kan aangenaam en leerzaam zijn.
De prachtig vormgegeven stoel
geeft allebei een blij gevoel.
Voor 't verre reisdoel kant en klaar
zit ik dus tegenover haar.
De trein maakt zijn vertrouwd geluid
en zij rijdt vóór-, ik achteruit.
We zien dezelfde dingen wel,
maar ik heel traag en zij heel snel.
Zij kijkt tegen de toekomst aan,
ik zie wat is voorbijgegaan.
Zo is de huwelijkse staat:
de vrouw ziet wat gebeuren gaat,
terwijl de man die naast haar leeft
slechts merkt wat zijn beslag al heeft.
Van nieuw begin naar nieuw begin
rijdt zij de wijde toekomst in,
en ik rij het verleden uit.
En beiden aan dezelfde ruit
***
Rollend materieel
Reizende op u aan ben ik per trein.
Komen en gaan hebben elkaar gevonden.
Ik word door ijzer met het doel verbonden
en de beweegreden moet daar al zijn.
Zodoende kan ik voor het raampje mijn
aandacht bepalen bij het strakke wonder
der vele schijnbewegingen, waarzonder
ik trouwens nimmer zou vertrokken zijn.
Woonsteden balanceren om een spil,
die zich verzet waarheen mijn oog het wil.
Seinwachtershuisjes dobbelen voorbij;
de teerling van de spoorwegmaatschappij.
Tegen de horizon schuiven de bossen
alvast naar voren om u in te lossen.
***
Barend, zijn dit gedichten van jou?
BeantwoordenVerwijderennee hoor: Wilmink en Achterberg.
BeantwoordenVerwijderen