Respect voor dieren

woensdag 31 maart 2010

Suikerziekte (algemeen)

Suikerziekte of diabetes is een ongeneeslijke, dodelijke ziekte.

Er zijn twee soorten, aangeduid met type 1 en type 2. Type 2 komt voor in 90% van alle volwassen patiënten; het is een ouderdomsziekte. De (totale) prevalentie in ons land is 740.000 lijders.
Bij kinderen en jeugdigen tot 18 jaar komt type 1 voor. Prevalentie 13.000.

Type 1 dat dus voorkomt bij kinderen en een kleine groep volwassenen, is een auto-immuunziekte. De witte bloedcellen vernietigen de 'eilandjes van (Paul) Langerhans' in de alvleesklier (pancreas).
Deze 'eilandjes´ (ronde cellen) produceren insuline. Insuline regelt de opname van glucose.

Anders dan het toedienen van insuline is er tegen Type 1 niet veel te doen, ook niet met transplantaties. Want die afweercellen blijven die alvleesklier resp. die ‘eilandjes’ maar aanvallen. Onderdrukking van het hele immuunsysteem is uiteraard ook niet echt de bedoeling.
De fout in het immuunsysteem corrigeren is de grote uitdaging.

Auto-immuunziekten kunnen ontstaan door infecties en door virussen. Wellicht is het ooit mogelijk door vaccinatie deze vorm van diabetes te voorkomen.

Type 2 heeft verschillende oorzaken: het is geen auto-immuun- , maar een stofwisselingsziekte. Eén oorzaak is veroudering: de alvleesklier houdt er gewoon mee op, produceert geen insuline meer. Hier zijn dus in beginsel wel mogelijkheden van transplantatie.
(N.B. Ook zwangerschapsdiabetes betreft type 2.)

Op dit moment behelpen patiënten zich hoofdzakelijk met inspuiting van insuline. Het belangrijkste is dat het in het bloed terecht komt en daar zijn functie kan vervullen; daar heb je zelfs geen alvleesklier voor nodig. Bij transplantatie van de eilandjes van Langerhans zou je die cellen dus bijv. ook in de lever kunnen plaatsen.
Als je insuline inspuit, regelt het de bloedsuikerspiegel wel minder precies dan het lichaam het normaal zelf doet. Je moet dus blijven meten.

De volgende vraag is: waar haal je insuline vandaan?

Vanaf 1922 uit alvleesklieren van (vooral) varkens. De insuline die geproduceerd wordt door de pancreas van deze dieren is vrijwel identiek aan menselijke insuline, en heeft dezelfde werking in het menselijk lichaam, hoewel soms allergische reacties ontstonden. Tegenwoordig wordt dierlijke insuline gelukkig niet meer gebruikt. Dat zou ook niet meer kunnen gezien de aantallen: er zouden vijfhonderd miljoen varkens per jaar voor nodig zijn.

Het hormoon wordt nu synthetisch gemaakt. In 1982 bracht Eli Lilly de eerste synthetische humane insuline op de markt.

Synthetische humane insuline wordt geproduceerd met behulp van Recombinant DNA technologie, ofwel: genetische manipulatie. Hierbij wordt menselijk DNA ingebracht in een E coli bacterie. Wanneer deze bacteriën zich vervolgens voortplanten en groeien, produceren ze een synthetische versie van menselijke insuline.
Ook deze synthetische insuline is niet exact gelijk aan natuurlijke menselijke insuline! Inmiddels is de werking ervan echter alweer verbeterd. Niettemin is de levensverwachting (aanmerkelijk) lager dan van gezonde mensen.

1 opmerking:

  1. De synthetische variant zou beter zijn dan de dierlijke.

    Overigens is type 2 middels een low-fat vegan dieet (vaak) terug te draaien. Type 2 diabetes patiënten zouden dat als advies moeten krijgen m.i.

    BeantwoordenVerwijderen