Het Engelse werkwoord 'check' hebben wij overgenomen en aangepast aan ons taaleigen, evenwel voorlopig onder behoud van de Engelse schrijfwijze. Voor tsjekken is het nog te vroeg. (Tsjakka! is o.k.)
De Brit of Amerikaan die Nederlands leert, zal dus ook onze vervoeging (en bijbehorende spelling) moeten leren: checken – checkte – heeft gecheckt.
Er was kennelijk behoefte aan dit woord, hoewel mijn woordenboek maar liefst drie synoniemen geeft: controleren – verifiëren – natrekken.
Dubbel checken is dubbel controleren.
------------------------------------------------------------
Het Engels heeft ook: check in en check out. Wij maken daarvan inchecken en uitchecken.
Dat is weer heel iets anders. Mijn woordenboek geeft voor inchecken: zich melden (bij aankomst).
Uitchecken geeft het woordenboek nog niet, maar het ligt voor de hand dat het betekent: zich melden bij vertrek, afmelden.
Wie met het openbaar vervoer reist, wordt dezer dagen met uitchecken om de oren geslagen.
Verzuim kost meen ik 4 euro.
En dan heb je ook nog cheques!
BeantwoordenVerwijderenNieuw Nederlands? Checken in de betekenis van controleren werd in mijn werkkring dertig jaar geleden al gebruikt, weliswaar door een collega Engels, maar het werd door iedereen overgenomen.
BeantwoordenVerwijderen