De Nederlandse Orde van Advocaten ziet niets in nieuwe regels die advocaten moeten dwingen op te staan voor een rechterlijk college.
Ook volgens rechters zelf en het Openbaar Ministerie (OM) is zo'n verordening niet nodig, omdat er geen sprake is van een structureel gebrek aan respect over en weer. De orde heeft hierover met de rechtspraak en het OM overlegd.
Dat schrijft Jan Loorbach, algemeen deken van de orde, vrijdag in een brief aan demissionair minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin. Aanleiding voor het intern beraad bij de orde en het overleg was de kwestie rond de advocaat Mohammed Enait, die op grond van zijn geloofsovertuiging weigerde op te staan voor de rechter.
Volgens de tuchtrechter zijn er geen wettelijke regels die Enait verplichtten op te staan.
Een nieuwe verordening op dit punt vindt de orde onwenselijk, ook al omdat die waarschijnlijk niet overeind blijft. De vrijheid van godsdienst is sterk verankerd in de wet.
Alleen met nieuwe wetgeving zou de overheid er zelf voor kunnen zorgen dat deze vrijheid daarvoor moet wijken. Het zou nogal ver gaan als een enkel incident tot nieuwe wetgeving zou leiden, meent de orde.
De orde wijst er ook op dat advocaten bij hun beëdiging uitdrukkelijk hun eerbied voor de rechterlijke macht uitspreken. Als zich toch gebrek aan respect voordoet, heeft de plaatselijke deken voldoende mogelijkheden om op te treden.
Ook de rechterlijke macht vindt dat zij zelf is uitgerust om iets aan dergelijk gedrag te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten