Vroeger heb ik wel eens een hockeywedstrijd gespeeld tegen Schaerweijde, een grote sportvereniging in Zeist. Ik herinner me niet de velden ervan ooit gezien te hebben, daarvoor was het te ver weg. Zo’n club ontmoette je alleen bij grote toernooien, bijv. in Amstelveen.
De bijzondere naam van deze vereniging is me nooit opgevallen. Dat dat nu ineens wel zo is, komt door de discussie over de Oostvaardersplassen. Dat het woord met het weiden van vee te maken heeft, is duidelijk. Maar wat is schaer, modern: schaar?
Inscharen is vee in de gemeenschappelijke weide brengen. In het geval van Staatsbosbeheer is die grond rijkseigendom. Vermoedelijk wordt ze verpacht.
Een schaarweide is een middeleeuws begrip. Betekenis: gemeenschappelijke weide. Oudtijds bezat men niet meer dan enkele stuks vee. De dieren werden deels geweid, of gehoed, op de terreinen die het dorp omgaven.
In het midden van het dorp was de marktplaats, of brink.
Lexicologisch is dat simpel.
Etymologisch al veel minder. Dit Germaanse woord schaar hangt samen met schare (= menigte), en met heerschaar. De grondbetekenis is: het afgescheidene; het woord behoort tot het werkwoord scheren.
In de middeleeuwen betekende het: grondstuk, voldoende voor de voeding van een dier.
Juridisch is dit nog veel complexer. Overal waar mensen samenleven, dient het recht van de sterkste beteugeld te worden. Familierelaties dienen duidelijk te zijn, zeker in een tijd waarin ziekte en dood steeds aanwezig waren. Wie zorgt voor wie; op wie gaat de eigendom over na overlijden? Wie legt een dijk aan, wie onderhoudt wegen en vaarten? Waar heeft de boerenknecht recht op? Wat gebeurt er als mensen zich niet aan de regels houden?
Een boerenbedrijf bestond in de middeleeuwen uit een boerderij met enig aangrenzend land voor fruit- en moestuin, uit het bijbehorende bouwland en uit een aandeel in de gemene gronden.
De boer is gerechtigd een bepaald aantal stuks vee in te scharen in de gemene weiden, alsmede om een bepaald deel van het hooi van de gemene hooilanden te winnen, en om gebruik te maken van de overige gemene gronden, ook volgens een bepaalde maatstaf.
Bijvoorbeeld om daar plaggen te steken, turf te steken, hout te halen, te vissen in de wateren.
In de latere middeleeuwen treft men ook private weiden en hooilanden aan, maar deze ontbraken in de oudste tijd.
Terug naar de Oostvaardersplassen. Dieren aldaar wenst de overheid te beschouwen als ‘niet-ingeschaard’, d.w.z. als wild.
Op andere plaatsen zijn dieren door Staatsbosbeheer wel geschaard, of ingeschaard. Dit wordt beschouwd als extensieve veehouderij. Het is gewone veehouderij, alleen minder commercieel dan de vee-industrie. De dieren voorzien namelijk ook in een deel van het onderhoud van het terrein, door begrazing. Schapen worden hiervoor veel gebruikt maar ook andere dieren.(foto)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten