Respect voor dieren

zondag 21 maart 2010

Hoofdzaken uit advies-Oostv. plassen (door Yvonne)


       ' RECONCILING NATURE  and  HUMAN  INTERESTS '                           
Een rapport met advies van het International  Committee on the Management of large herbivores in the Oostvaardersplassen ( ICMO )

2.2 Alternatives  examined

B)
Preventieve selectie met doel verhongering en sterfte in de winter zoveel  mogelijk te beperken.
Deze jaarlijkse selectie zou over het hele jaar verspreid kunnen worden, of in bepaalde periode  ( b.v. in de herfst ) geconcentreerd kunnen plaats vinden.

De volgende selecties zouden kunnen bijdragen aan het nabootsen van natuurlijke processen.  

1--- Door de invloed van natuurlijke predatie te simuleren binnen het systeem, of door een patroon van episodische sterfte te simuleren. Gelijk aan het patroon dat waargenomen is, in andere grasetende populaties.

2--- Door grasetende populaties op een vastgesteld niveau te houden, door de jaarlijkse aanwas te verwijderen.
Binnen een dergelijk systeem zou de hoeveelheid van de dieren vastgesteld kunnen worden, op een reeks van niveaus met betrekking tot wisselende ecologische voedsel beschikbaarheid en de doelstellingen van het beleid.

3--- door een wisselend aantal dieren ieder jaar te verwijderen, afhankelijk van de geschatte lichamelijke conditie en het voedselaanbod ( of beide ) aan het begin van de winter.                            

3. Recommendations
2.1--- ICMO geeft toe dat een beleid waarbij niet wordt ingegrepen sommige van de boven omschreven bezwaren zou kunnen tegenkomen, maar is van mening dat bepaalde interventie methoden noodzakelijk zijn, om het dierenwelzijn in stand te houden.

2.3--- Het ICMO neemt een aanmerking dat een selectie strategie achteraf
( inhoudende de selectie gebaseerd op dagelijks onderzoek van alle dieren waarvan de lichamelijke gesteldheid achteruit gegaan is tot een bepaald niveau,
dat vastgesteld is volgens overeen gekomen welzijncriteria ) een bruikbare methode is, om beleid te voeren over graseters in de OVP.
Een beleid dat een aanvaardbare welzijnsnorm voor dieren garandeert, zou de selectie of verwijdering van dieren moeten inhouden die nog lopen te fourageren.
Het ICMO is van mening dat deze aanpak het voordeel heeft dat natuurlijke processen mogelijk maakt om het aantal dieren vast te stellen dat geselecteerd of verwijderd moet worden en het weghalen van gezonde dieren zoveel mogelijk te beperken. Dieren die in aantal over de drempel van het voedsel aanbod komen zouden geselecteerd kunnen worden om een predatie te simuleren, indien gewenst.

2.4--- Volgens aanbeveling van het ICMO is een beleid achteraf aanvaard. Dit beleid komt het meest overeen met de noodzaak om overbodig dierenleed zo veel mogelijk te voorkomen. Namelijk: verwonding, ziekte of een gezondheidstoestand waardoor ze waarschijnlijk niet zullen overleven.
Daar deze toestanden na alle waarschijnlijheid voorkomen gedurende de wintermaanden ( februari - half april ) beveelt het ICMO aan, om de hele populatie dagelijks na te kijken gedurende bovenstaande periode en adviseert SBB om er naar te streven om 90 % van de dieren uitte selecteren die daarvoor in aanmerking komen, zolang ze nog in staat zijn voedsel te zoeken. ]hiervoor is een selectie vereist die vroeger plaats vindt dan nu de gewoonte is.

5.1--- Het ICMO adviseert om het gevoerde beleid t.a.v. de graseters jaarlijks te beoordelen. Gedetailleerde verslagen van de timing van de lichamelijke toestand van alle dieren die uit geselecteerd zijn, of een natuurlijke dood sterven, moeten over deze periode plaats vinden, om het succes van dit beleid te kunnen taxeren en moeten aan het publiek ter beschikking worden gesteld, voor een kritisch  onderzoek.

5.2--- 2de alinea.
Rapporten van 2003.     BIGGS  en  ROGERS  2003.
Zie ook aanbeveling 7.

Ten einde dit te bereiken is het wellicht noodzakelijk om aanvullende steun uit de wetenschap te verkrijgen, of een contract op te stellen met betreffende instellingen alsook de fondsen die hiervoor nodig zijn te verwerven.

De verzamelde gegevens moeten ter beschikking staan van geïnteresseerde groeperingen. Het ICMO is van mening dat de organisatie van een bekwaam controle systeem niet op haar terrein ligt, en oppert de mogelijkheid om een groep deskundigen samen te stellen om advies uit te brengen over de doelstellingen, de structuur en de uitvoering.

8.--- Het ICMO adviseert de Minister om de directeur van SBB met persoonlijke verantwoordelijkheid te belasten om de bovenvermelde aanbevelingen in praktijk te brengen.

Dit zal inhouden:
Het verwoorden van de strategische doelen,
Het voorzien van financiële middelen,
De ontwikkeling van een formeel beleidsplan en de publicatie van verslagen van wat er jaarlijks bereikt is, in vergelijking tot de omschreven doelstellingen.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten